Elektriciteit techniek

Doel

Kinderen leren over de techniek achter elektrische voorzieningen en maken kennis met mensen die hiervoor zorgdragen.

Les

Elektriciteit is een natuurkracht. Maar hoe komt die in het stopcontact? Hoe werkt dat technisch? Kinderen leren hoe de elektriciteit in een elektriciteitscentrale wordt opgewekt. Het geheim zit hem in de dynamo. Net als in een fietsdynamo zorgt een reuzedynamo in de elektriciteitscentrale ervoor dat beweging wordt omgezet in elektriciteit. Bij de fiets zorgt het trappen voor beweging die in de dynamo een magneet laat draaien. Hierdoor wordt er elektriciteit opgewekt. Via koperdraadjes gaat die naar het fietslampje dat vervolgens gaat branden. In de elektriciteitscentrale gebeurt hetzelfde. Door de kracht van wind, water of stoom gaat in de dynamo een grote magneet draaien. De draaiende magneet wekt elektriciteit op in koperdraden die via het elektriciteitsnetwerk naar alle huizen gaan. Tijdens deze les volgen kinderen het hele proces vanaf de elektriciteitscentrale tot aan het stopcontact.

Verwerking

Optie 1: Kinderen ontdekken proefondervindelijk, met batterijen, lampjes en elektriciteitsdraad, hoe je een stroomkring kunt leggen. Gaan de lampjes branden?

Optie 2: Kinderen maken kennis met technici die zorgdragen voor de elektriciteitsvoorziening. Ze lezen interviews met een elektrotechnisch monteur en een windmolenparkbeheerder. Ze zoeken uit welk energiebedrijf zorgt voor de elektriciteit op school. Ze schrijven een email met hun vragen over elektriciteit aan het energiebedrijf of schrijven en tekenen een Wonderwel bedankkaartje voor hun energiebedrijf. 

De docentenhandleiding en de digibordpresentatie vind je onder 'Programma'. Lees ter voorbereiding het hoofdstuk over elektriciteit uit 'Wonderwel, welkom in het huis van de toekomst'.

Programma

  1. Docentenhandleiding Elektriciteit techniek
  2. Digibordles Elektriciteit techniek
  3. Wonderwel hoofdstuk Elektriciteit
  4. Stroomkring leggen
  5. Interviews technici elektriciteit
  6. Wonderwel bedankkaartje
  7. Schakelaar knutselen
  8. Geleiden of niet